GELE KOORTS levend afgezwakt vaccinLaatste bijwerking : 2019.09.20 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check II | check II | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Vaccinatie tijdens zwangerschap wordt best vermeden, behalve wanneer er onmiddellijk gevaar is voor besmetting.
Voor borstvoeding gelden specifieke voorzorgsmaatregelen.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP : Een vrouw wordt ook best niet zwanger in de 4 weken die volgen op de inenting [BCFI 05 2019].
Het potentiële risico voor de mens is niet bekend. Volgens de gegevens over een klein aantal gevallen van blootstelling tijdens de zwangerschap heeft het gele koorts levend verzwakt virus-vaccin geen nadelige effecten op de zwangerschap of op de gezondheid van de foetus/het pasgeboren kind [SKP Stamaril 12 2016]. Volgens het BCFI is zwangerschap een contra-indicatie, maar indien er een reëel risico bestaat van blootstelling aan gele koorts, mag het vaccin toegediend worden aan zwangeren [BCFI 05 2019].
Dierexperimenteel:Er zijn geen ontwikkelingsgerelateerde en reproductiestudies bij dieren uitgevoerd [SKP Stamaril 12 2016].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen verdere gegevens zijn beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L4
Omdat er een waarschijnlijk risico is op overdracht van de virusstam van het vaccin aan zuigelingen door moeders die borstvoeding geven, moet het gele koorts levend verzwakt virus-vaccin niet aan een moeder worden gegeven die borstvoeding geeft [SKP Stamaril 12 2016]. Er bestaat een risico van overdracht van de virusstam van het vaccin aan de zuigeling door borstvoeding, met risico van centrale ongewenste effecten bij de zuigeling. Om deze reden wordt vaccinatie tijdens de periode van borstvoeding best vermeden, of wordt borstvoeding best onderbroken tot 2 weken na de toediening van het vaccin [BCFI 05 2019].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Hale, Medications and Mothers´Milk, 17th Edition, 2017
Wetenschappelijke bijsluiter (SKP Samenvatting van de Kenmerken van het Product)
Briggs G, Freeman R, Yaffe S. Drugs in Pregnancy and Lactation, 10th edition, Philadelphia 2015;
BCFI 05 2019
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.